De 27-jarige motorrijder die na zeer gevaarlijk rijgedrag een 7-jarige jongetje aanreed op de Westlandseweg in Maassluis is inmiddels op vrije voeten. De rechtbank heeft hem een celstraf opgelegd die gelijkstaat aan zijn tijd die hij al heeft vastgezeten in voorarrest. Wel moet hij een taakstraf van 100 uur uitvoeren. De straf valt daarmee fors lager uit dan de strafeis van het OM, die 8 maanden cel hadden geëist.
Lees ook: OM eist 8 maanden cel tegen motorrijder die kind aanreed na roekeloos rijgedrag
Volgens de rechters is het van belang dat de verdachte vrijkomt zodat “hij aan zichzelf kan werken.” Het ongeval vond plaats op dinsdagavond 22 augustus dit jaar. Verschillende getuigen zagen kort voor het ongeval de motorrijder al zeer roekeloos rijden, door onder meer met hoge snelheid links en rechts in te halen.. Uit politieonderzoek bleek zijn snelheid tussen de 91 km/u en 131 km/u te liggen. De motorrijder geeft toe die snelheid te hebben gereden.
Ook scheurde de man met hoge snelheid langs een politiecontrole aan de Westlandseweg. Vlak voordat de motorrijder de rotonde op reed, reed hij nog 91 km/u. Kort daarna gaat het mis. “Ik zag het jongetje op de fiets over het hoofd. Ik probeerde gelijk te remmen, maar het was al te laat”, zei de motorrijder eerder tijdens de rechtszaak. Het 7-jarige slachtoffertje komt na de aanrijding tien meter verder bij de berm terecht en raakt ernstig gewond. Er moest voor hem onder meer een traumahelikopter naar het ongeval komen. De motorrijder zit sinds het ongeval vast.
Straf
De rechtbank heeft besloten om een mildere straf op te leggen dan door het Openbaar Ministerie (OM) was geëist, aangezien volgens de rechtbank geen sprake is van roekeloosheid. Ondanks het feit dat de verdachte met aanzienlijke snelheid reed en voertuigen aan de rechterzijde heeft ingehaald, concludeert de rechtbank dat niet aan de vereisten voor ‘roekeloosheid’ is voldaan. De rechtbank overweegt hierbij dat er meer overtredingen nodig zijn om van roekeloosheid te kunnen spreken. Daarnaast neemt de rechtbank in overweging dat de verdachte spijt heeft betuigd en aangeeft aan zichzelf te moeten werken. Dit heeft meegewogen in de beslissing tot het opleggen van een minder zware straf.
De rechtbank legt de 27-jarige motorrijder daarom een celstraf van 173 dagen op, waarvan 60 dagen voorwaardelijk zijn met een proeftijd van 2 jaar. Dat betekent dat de verdachte 113 dagen de cel in moet, maar die tijd heeft hij al vastgezeten in voorarrest. Hij komt daarom op vrije voeten. Wel moet hij een taakstraf van 100 uur uitvoeren. Daarnaast mag hij 18 maanden lang geen voertuig besturen. Wel krijgt de motorrijder zijn inbeslaggenomen motor weer terug.
